Jaarstukken 2020

Financiële toelichting per programma

05 Leren, Participeren & Ondersteunen

05 Leren, Participeren & Ondersteunen

Bedrag x € 1.000,--

Taakveld

Bedrag verschil (x €1.000)

Voordelig of nadelig (V/N)

Toelichting

Baten of Lasten (B/L)

Incidenteel of structureel (I/S)

Onderwijs

€ 50

V

Onderhoud programmatuur

In de 2e Tussenrapportage 2020 is een bedrag van € 20.000 beschikbaar gesteld uit de reserve Corona ten behoeve van ondersteuning van verenigingen en onderwijs. Dit budget is nog niet besteed en overgeheveld naar 2021. Daarnaast is dit budget bedoeld voor het maken van leerlingenprognoses. Deze zijn in 2020 niet gemaakt en vinden in 2021 weer plaats.

L

I

€ 90

V

Leerlingenvervoer (SD)
Het budget leerlingenvervoer kent een incidenteel voordeel op de lasten van € 90.000. Dit voordeel is ontstaan doordat vanwege de coronacrisis minder leerlingenvervoer heeft plaatsgevonden. In vergelijking met het jaar 2019 is het aantal gebruikers gedaald met 17%, het aantal ritten gedaald met 31% en het aantal kilometers gedaald met 26%. Vanwege de coronacrisis hadden aanbieders te maken met omzetderving en heeft het college, in lijn met de landelijke richtlijnen, besloten om deze omzetderving deels te compenseren. Daarnaast zijn vanwege de coronamaatregelen meer kinderen individueel vervoerd. Het geheel overziend is op totaalniveau over 2020 toch sprake van een voordeel. Aangezien het leerlingenvervoer, naar verwachting, na de zomervakantie weer geheel wordt hervat, is dit een incidenteel voordeel.

L

I

€ 206

V

Kwalificatieplicht
Het budget Kwalificatieplicht kent een incidenteel voordeel op de lasten ad € 206.000. Overheid, scholen en gemeenten willen voorkomen dat jongeren zonder startkwalificatie van school gaan. Jongeren die het onderwijs verlaten met een startkwalificatie hebben betere kansen op de arbeidsmarkt en zodoende een betere uitgangspositie in de samenleving. Gemeenten hebben hierin een wettelijke opdracht. Deze wordt beschreven in de wetgeving rondom het Regionale Meld- en Coördinatiepunt (RMC). De gemeente Nissewaard heeft een coördinerende rol in het organiseren van RMC- en VSV-taken voor de regio ZHE. Hiervoor ontvangt de gemeente Nissewaard via de gemeente Rotterdam van de rijksoverheid een doeluitkering voor de regio ZHE. Deze post maakt onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020 – 2021 (betreft doeluitkering).
De sub-regio ZHE richt met elkaar de RMC-functie opnieuw in, aansluitend op de relevante ontwikkelingen in het Sociaal Domein. In overleg met de sub-regio wordt gewerkt aan de doorontwikkeling van de RMC-functie. In dit kader zullen de incidentele middelen die worden overgeheveld van 2020 naar 2021 ook worden besteed.

L

I

€ 1.202
€ 516

V
V

Onderwijsachterstanden (OAB)
Het budget OAB kent een incidenteel voordeel op de lasten van € 1,2 miljoen en een incidenteel voordeel op de baten van € 516.000. Het voordeel op de lasten bestaat uit het voordeel op de lasten in 2020 ad € 413.000 en uit het overgehevelde voordeel van 2019 naar 2020 ad € 790.000. Deze post maakt onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020 – 2021 (betreft doeluitkering). Het voordeel op de baten bestaat uit het voordeel ad € 362.000 doordat subsidies OAB 2019 lager zijn vastgesteld dan oorspronkelijk verleend en het voordeel ad € 154.000 doordat een hoger bedrag aan OAB-middelen vanuit de rijksoverheid is ontvangen. Nissewaard ontvangt vanuit de rijksoverheid een geoormerkt budget voor onderwijsachterstanden. Op het einde van de looptijd wordt dit budget afgerekend met de rijksoverheid.

In 2020 is wederom ingezet op het voeren van een actief beleid op het terrein van onderwijsachterstanden. Er is onder meer ingezet op voorschoolse educatie en voor(school) maatschappelijk werk. In de zomer van 2021 komen we met een plan hoe we de OAB-middelen in de toekomst nader gaan besteden.

L
B

I
I

Thuis in de Wijk

€ 707
€ 98

V
N

Toekomstbestendig sociaal domein (SD)
Het voordeel ad € 707.000 op het budget toekomstbestendig sociaal domein is incidenteel. Het betreft het voormalig projectbudget Thuis in de Wijk. Met dit budget kunnen enerzijds initiatieven worden gefinancierd die bijdragen aan de doorontwikkeling van de projecten die behoren tot het programma sociaal domein, zoals ingang/toegang en anderzijds aan maatregelen en projecten die moeten leiden tot een financieel toekomstbestendig Sociaal Domein, waarbij de beschikbare middelen voor het Sociaal Domein toereikend zijn voor de uitgaven. De niet bestede middelen in 2019 zijn volledig overgeheveld naar 2020. Hierdoor was in 2020 een budget beschikbaar van € 1,7 miljoen. Er is in 2020 een bedrag ad € 1 miljoen besteed aan diverse projecten met betrekking tot toekomst bestendig sociaal domein. De niet bestede middelen in 2020 zijn, via de reserve sociaal domein, overgeheveld naar 2021. Deze post maakt onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020-2021. In 2021 zijn voor het laatst middelen vanuit de begroting beschikbaar gesteld voor een toekomstbestendig sociaal domein.
Op de baten is een nadeel zichtbaar van € 98.000. Deze post heeft betrekking op een geraamde terugvordering van een subsidie. De afwikkeling en de vaststelling van deze subsidie is nog niet afgerond. Om deze reden kan de terugvordering nog niet worden geboekt. Indien de terugvordering in 2021 wordt geëffectueerd wordt het voordeel zichtbaar in de realisatie in 2021.

L
B

I
I

€ 81
€ 10

V
V

Innovatiebudget (SD)
Het voordeel op het innovatiebudget sociaal domein is incidenteel. Met het innovatiebudget worden aan externe organisaties middelen beschikbaar gesteld om mede de beweging naar de voorkant binnen het sociaal domein te kunnen bewerkstelligen, waardoor op termijn de middelen voor het sociaal domein toereikend moeten zijn voor de uitgaven. In 2020 zijn nog niet alle ‘innovatie’ projecten volledig uitgevoerd. Dit verklaart een voordeel op de lasten in 2020 van € 81.000. Het voordeel op de baten ad € 10.000 heeft betrekking op bijdrage vanuit de VNG voor de regio coördinator samenwerking zorgverzekeraars. De niet bestede middelen in 2020 zijn overgeheveld naar 2021. Deze post maakt onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020-2021 (via de reserve sociaal domein).

L
B

I
I

€ 284

V

Ontwikkelbudget sociaal domein (SD)
Het voordeel op het ontwikkelbudget sociaal domein is incidenteel. Vanuit de niet bestede middelen in 2019 is een budget ad € 200.000 overgeheveld naar 2020. Met het ontwikkelbudget kunnen onder andere zaken en maatregelen gefinancierd worden die bijdragen aan de ombouw naar een financieel toekomstbestendig sociaal domein. In 2020 zijn nog niet alle ‘ontwikkel’ projecten volledig uitgevoerd. Dit verklaart een voordeel op de lasten in 2020 van € 284.000. De niet bestede middelen in 2020 zijn overgeheveld naar 2021. Deze post maakt onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020-2021 (via de reserve sociaal domein).

L

I

€ 114

V

ICT (SD)
Het voordeel op het ICT sociaal domein is incidenteel. In 2020 zijn nog niet alle ‘ICT’ projecten volledig uitgevoerd. De niet bestede middelen in 2020 zijn overgeheveld naar 2021.Deze post maakt onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020-2021 (via de reserve sociaal domein).

L

I

348

V

Stelpost Sociaal domein (SD)
De stelpost sociaal domein is de sluitpost binnen het “hek” van het sociaal domein. Bij de jaarrekening bedroeg het positieve saldo op deze post € 348.000 (mede door het incidentele positieve saldo van de 2e tussenrapportage).  Het voordelig saldo komt ten gunst van de reserve sociaal domein.

L

I

€ 125
€ 125

N
V

Gedupeerden Toeslagenproblematiek
Voor de problematiek rondom de toeslagen is een eerste toekenningsbeschikking ontvangen van €124.865. Het betreft een specifieke uitkering.

L
B

I
I

Maatwerk Jeugd

€ 101

N

GR JR (SD)
Het budget Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GR JR) kent per saldo een incidenteel nadeel op de lasten ad € 101.000. Bijgaand worden de belangrijkste oorzaken genoemd. 1) Er is een incidenteel voordeel ad € 340.000 omdat nog niet alle beschikbare regionale transformatiemiddelen zijn uitgegeven. Deze middelen zijn voor twee jaar beschikbaar gesteld en volledig uitgekeerd in 2020 en aan de uitgavenkant ook volledig begroot voor 2020. Vanwege vertraging van een aantal projecten en doordat een aantal uitgaven al voor 2021 op de planning stonden resteert een bedrag aan transformatiemiddelen van € 340.000. Deze post maakt onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020 – 2021 (via de reserve sociaal domein). 2) Er is een incidenteel nadeel ad € 213.000. De GR JR heeft middelen van het rijk ontvangen voor het transformatiefonds en de gemeenten in de GR JR droegen eveneens een eigen bijdrage af aan het GR JR-transformatiefonds. Vanwege deze eigen bijdrage is de bijdrage aan de GR JR € 213.000 hoger. 3) Het totale tekort op GR JR-niveau over 2020 ad € 3,3 miljoen wordt, conform afspraak, naar rato gedekt middels een extra bijdrage van de deelnemende gemeenten (o.b.v. voorlopige jaarrekening GR JR 2020). De bijdrage van Nissewaard in dit tekort bedraagt € 252.000. Dit betreft een incidenteel nadeel o.b.v. de voorlopige jaarrekening GR JR 2020.

L

I

€ 177
€ 160

V
V

JOT Bemensing (SD)
Het budget JOT Bemensing kent een incidenteel voordeel op de lasten ad € 177.000 en een incidenteel voordeel op de baten ad € 160.000. Het voordeel op de lasten is met name ontstaan doordat het resterende budget 2020, voor onverwachte zaken en ontwikkelingen, ad € 173.000 grotendeels niet is besteed. Daarbij is het aannemelijk dat er € 14.000 aan subsidie over 2020 bij een aanbieder in het JOT wordt teruggehaald. Deze post maakt voor een bedrag ad € 118.000 onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020 – 2021 (via reserve sociaal domein). Het voordeel op de baten is ontstaan doordat twee subsidies voor JOT-bemensing voor 2019 lager zijn vastgesteld dan oorspronkelijk verleend.

L
B

I
I

€ 162

V

CJG Lokale Preventie (SD)
Het budget CJG Lokale Preventie kent een incidenteel voordeel op de lasten ad € 162.000. Het voordeel is ontstaan doordat een deel van de middelen gereserveerd was voor de uitvoering van de wijkaanpakken. Vanwege de coronacrisis kon hier minder uitvoering aan worden gegeven. Zo hebben het naschoolse programma en de voorlichtingen op het gebied van social media niet plaatsgevonden. Deze post maakt voor een bedrag ad € 133.000 onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020 – 2021 (via reserve sociaal domein).

L

I

€ 183

N

Jeugd Lokaal – Maatwerk (SD)
Het budget Jeugd Lokaal – Maatwerk kent een incidenteel nadeel op de lasten ad € 183.000. De JOT-medewerkers kunnen lokaal maatwerk inzetten indien de regulier ingekochte jeugdhulp niet past bij de zorgvraag van de klant. Gezien de aard van deze zorg is het lokale maatwerk lastig te prognosticeren.

L

I

€ 408

N

Jeugd Lokale Ondersteuning (SD)
Het structurele nadeel op de lasten Jeugd lokale ondersteuning bedraagt € 408.000. Dit betreft een aanvullend nadeel op het reeds gemelde nadeel in de tweede tussenrapportage 2020. De lokale ondersteuning Jeugd wordt per 2020 ingekocht via een Open House procedure. Het aanvullende nadeel ligt m.n. bij het kinderdagcentrum en individuele behandeling. In het najaar van 2020 is de wachtlijst voor het kinderdagcentrum ingelopen omdat er een nieuwe locatie is geopend. Hierdoor is het gemiddeld aantal klanten bij het kinderdagcentrum gestegen van 35 naar 50 wat meer kosten geeft. Het aantal cliënten met een indicatie voor individuele behandeling is eveneens verder toegenomen wat ook meer kosten geeft.

L

S

€ 132

V

Dyslexie (SD)
Het budget Dyslexie kent een incidenteel voordeel op de lasten van € 132.000. Aangezien aanbieders vanaf 2019 op een andere wijze declareren, is dit budget momenteel lastig te prognosticeren.

L

I

€ 146

V

Meerkosten Corona Jeugdhulp:                          In 2020 is € 146.000 minder uitgegeven aan meerkosten Corona dan begroot. Er is derhalve ook minder onttrokken aan de reserve Corona.

L

I

Maatwerk volwassenen

€ 97

N

Collectief vervoer (SD)
Het budget Collectief vervoer kent een incidenteel nadeel van € 97.000. Als gevolg van de coronamaatregelen is in 2020 minder collectief vervoer geleverd. Hierdoor is er sprake van omzetderving bij de aanbieder van doelgroepenvervoer. Het college heeft, in lijn met de landelijke richtlijnen, besloten de deels omzetderving te compenseren voor het hele jaar 2020. In de 2e tussenrapportage is de begroting voor Collectief vervoer naar beneden bijgesteld. In de prognose is er rekening mee gehouden dat tot en met 31 december 2020 de omzetderving wordt gecompenseerd. Het bedrag is echter lastig te prognosticeren. Uiteindelijk blijkt de omzetcompensatie hoger te zijn.

L

I

€ 168

V

PGB Begeleiding (SD)
Het budget PGB begeleiding kent een structureel voordeel op de lasten van € 168.000. Het voordeel is ontstaan doordat het aantal PGB’s is afgenomen, een daling van 29% t.o.v. 2019 (van 62 naar 44 PGB’s). De daling wordt grotendeels veroorzaakt doordat PGB’s zijn omgezet naar Zorg in natura. Naast het sluiten van contracten met aanbieders worden de aanvragen voor een PGB strikter beoordeeld en wordt meer gestuurd op het afgeven van indicaties voor zorg in natura.

L

S

€ 155

V

Lokaal budget geweld afhankelijkheidsrelaties (SD)
Met de septembercirculaire 2020 is een bedrag ad €733.000 aan extra middelen ontvangen voor de Vrouwenopvang. Besloten is om van dit bedrag €538.000 naar rato van het aantal inwoners te verdelen over de gemeenten op de Zuid-Hollandse eilanden. Het aandeel van de gemeenten Hellevoetsluis, Brielle, Westvoorne, Goeree-Overflakkee en de Hoeksche Waard bedraagt €382.000. Het aandeel voor Nissewaard is €155.000. De middelen voor Nissewaard zijn overgeheveld naar 2021 naar het budget geweld in afhankelijkheidsrelaties. Er is reeds besloten om hiervan een bedrag ad €20.000 in 2021 in te zetten t.b.v. training van medewerkers op het signaleren en bespreekbaar maken van huiselijk geweld en het toepassen van de Meldcode Huiselijk Geweld.

L

I

€ 252

V

Huur hulpmiddelen (SD)
Op het budget huur hulpmiddelen is een incidenteel voordeel ontstaan van € 252.000 Dit budget is in 2e tussenrapportage incidenteel opgehoogd met € 239.000. Uitgangspunt hierbij was de realisatie van het budget op dat moment. Als gevolg van de overgang naar een nieuwe werkwijze zijn per abuis de kosten van “aanpassingen aan huis” in eerste instantie op het budgetnummer huur hulpmiddelen terecht gekomen. Hierdoor is ten tijde van de 2e tussenrapportage een onjuiste prognose gemaakt. Het voordeel op huur hulpmiddelen valt grotendeels weg tegen het nadeel op het budget “aanpassingen aan huis”.

L

I

€ 177

N

Aanpassingen aan huis (SD)
Op het budget aanpassingen aan huis is een incidenteel nadeel ontstaan van € 177.000. Dit budget is in de 2e tussenrapportage niet bijgesteld. Dit had te maken met het in eerste instantie onjuist verwerken van de realisatie op het budget huur hulpmiddelen. Zie hiervoor ook de toelichting bij huur hulpmiddelen waar in de jaarrekening een voordelig saldo is ontstaan.
De toename in de lasten kan wordt verklaard door een stijging van het aantal aanpassingen aan huis met 4,7% ten opzichte van 2019. De toename is met name zichtbaar in het aantal woningaanpassingen meer dan € 20.000. Dit aantal is gestegen van 4 naar 10, en qua kosten van € 18.000 naar € 144.000 Voorlopig wordt deze overschrijding als incidenteel aangemerkt. De kosten voor aanpassingen aan huis kunnen jaarlijks fluctueren.

L

I

€ 175

N

Huishoudelijke hulp (SD) .
Op het budget huishoudelijke is een nadeel van € 175.000. Het maken van een goede prognose voor 2020 was lastig. Dit werd mede veroorzaakt door een lagere verzilveringsgraad in maart tot en met mei 2020, als gevolg van Covid-19, in vergelijking met de januari en februari 2020. In de prognoseberekening is de aanname gedaan dat de verzilveringsgraad maandelijks licht toeneemt, gedurende de resterende periode van 2020. In de realisatie blijkt de verzilveringsgraad voor deze periode hoger te zijn dan verwacht, hierdoor is een nadeel ontstaan. Vooralsnog is dit nadeel incidenteel. In 2021 worden de uitgaven gemonitord.  

L

I

€ 213

N

Eigen bijdrage Wmo (SD)
Op het budget Eigen bijdrage Wmo is een incidenteel nadeel van € 213.000. Bij de 2e tussenrapportage is dit budget bijgesteld. Hierbij zijn de geraamde inkomsten zowel verlaagd (geen eigen bijdrage inning in de maanden april en mei 2020 als gevolg van de corona maatregelen) en verhoogd op basis van een nieuwe prognoseberekening. In de nieuwe prognoseberekening is een raming gemaakt op basis van het aantal cliënten en het vaste bedrag per maand.  Aangezien de aanlevering van gegevens van het CAK is gewijzigd is een achterstand bij het CAK ontstaan. Uitgangspunt bij de verantwoording van de opbrengsten CAK is in de basis het kasstelsel. Vertragingen bij het CAK zorgen hierdoor voor lagere opbrengsten in 2020. Voor de jaarrekening 2020 is het van belang om dit stelsel toe te passen en geen geschatte opbrengst te verantwoorden en een ‘nog te ontvangen post’ op te nemen op basis van onzekere schattingen, waarvan de afdracht aan de gemeente ook onzeker is.

B

I

€ 114

V

Dagbesteding Wmo (SD)
Op het budget Dagbesteding Wmo is een incidenteel voordeel van € 114.000. Dit budget is ten tijde van de 2e tussenrapportage niet bijgesteld. Het voordeel is ontstaan doordat het gemiddeld aantal klanten licht is afgenomen met 2,7%. Ook wordt momenteel door gecontracteerde aanbieders minder dagbesteding geleverd aan klanten als gevolg van COVID-19 en de hiervoor genomen maatregelen.

L

I

€ 186

N

Begeleiding Wmo (SD)
Op het budget Begeleiding Wmo is een nadeel van € 186.000. Dit budget was in de 2e tussenrapportage reeds verhoogd omdat het gemiddeld aantal klanten was toegenomen. In de realisatie 2020 zijn nog zowel oude producten (financiering p * q) als nieuwe producten (vaste prijs per maand) opgenomen. Dit maakt ook een juiste prognose erg lastig. De bijstelling is dus te laag gebleken. De verhoogde lasten worden ook voor 2021 verwacht.

L

S

€ 195
€ 431

N
V

Beschermd wonen (SD CT)
Het budget beschermd wonen 2020 kent per saldo een nadeel op de lasten van € 195.000 en een voordeel op de baten ad € 431.000. Bijgaand worden de belangrijkste oorzaken genoemd. 1) Er is een voordeel op de lasten van € 155.000 op inhuur. Hierbij gaat het om de inhuur voor het project doordecentralisatie BW/MO ad € 61.000 en de inhuur van klantmanagers ad € 95.000. De post ad € 155.000 maakt onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020 – 2021 (via reserve centrumtaken). 2) Vanwege de aannemelijke terugvordering op beschermd wonen 2020 is er een voordeel op de lasten ad € 242.000. 3) Er is een voordeel op de lasten omdat van maatwerk centrumtaken ad € 100.000 een bedrag ad € 8.000 is besteed. 4) Er is een voordeel op de lasten omdat er nog middelen op de stelpost Beschermd Wonen resteren. 5) Er is een nadeel ad € 190.000 omdat alternatieve huisvesting voor cliënten van De Boeg (daklozenopvang), ter waarborging van de corona maatregelen, op dit budget is geboekt terwijl dit op Maatschappelijke Opvang geboekt had moeten worden. 6) Er is een nadeel op de lasten ad € 549.000 omdat de in de jaarstukken 2019 opgenomen ‘nog te ontvangen’ post voor beschermd wonen vervalt. Deze was gebaseerd op de verwachting dat er onderproductie op beschermd wonen 2019 zou zijn. Na controle van de definitieve verantwoording 2019 bleek dit niet zo te zijn. 7) Er is een nadeel op de lasten van ruim € 100.000 i.v.m. meerkosten corona. 8) Het voordeel op de baten komt doordat subsidies beschermd wonen over 2019 lager zijn vastgesteld dan oorspronkelijk verleend.

L
B

I
I

€ 99

N

Eigen bijdrage beschermd wonen (SD CT)
Het budget Eigen bijdrage beschermd wonen kent een incidenteel nadeel op de baten ad € 99.000. Er is € 99.000 minder aan eigen bijdragen ontvangen dan begroot. De oplegging en inning van de Eigen bijdragen verlopen via het CAK. De opbrengsten van het CAK zijn gebaseerd op het kasstelsel. Bij het CAK is een achterstand op de inning van de eigen bijdragen ontstaan. Dit geeft voor gemeenten lagere opbrengsten aan Eigen bijdragen in 2020.

B

I

€ 296
€ 73

V
V

Maatschappelijke opvang (SD CT)
Het budget Maatschappelijke opvang kent per saldo een incidenteel voordeel op de lasten ad € 296.000 en een incidenteel voordeel op de baten ad € 73.000. Bijgaand worden de belangrijkste oorzaken genoemd. 1) Een voordeel ad € 190.000 wordt verklaard omdat alternatieve huisvesting voor cliënten van De Boeg (daklozenopvang), ter waarborging van de corona maatregelen, op het budget Beschermd Wonen is geboekt terwijl dit op het budget Maatschappelijke opvang geboekt had moeten worden. 2) Bij de tweede tussenrapportage 2020 was, als gevolg van de coronacrisis, een bedrag van € 370.000 opzij gezet om dakloze cliënten met alternatieve huisvesting op te vangen. Hiervan resteert een bedrag ad € 128.000. 3) Een nadeel op de lasten ad € 25.000 wordt verklaard vanwege een aannemelijke terugvordering over 2020 inzake subsidie maatschappelijke opvang 4) Er is een voordeel op de baten ad € 73.000 doordat subsidie voor maatschappelijke opvang 2019 lager is vastgesteld dan oorspronkelijk verleend.

L
B

I
I

€ 303

V

Vrouwenopvang (SD CT)
Het budget Vrouwenopvang kent een incidenteel voordeel op de lasten van € 303.000. Bijgaand worden de belangrijkste oorzaken genoemd. 1) Met de septembercirculaire 2020 is een bedrag ad € 733.000 aan extra middelen ontvangen voor de Vrouwenopvang. Van dit bedrag is in 2020 € 705.000 ingezet. Besloten is om van deze extra middelen € 538.000 naar rato van het aantal inwoners te verdelen over de ZHE-gemeenten (aandeel Nissewaard: € 156.000). De post ad € 538.000 maakt onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020 – 2021 (via reserve centrumtaken). Eveneens is vanuit de extra middelen van de septembercirculaire 2020 besloten tot een aanvullende subsidie ad € 69.000 voor Vrouwenopvang. 2) Bij de tweede tussenrapportage 2020 was, als gevolg van de coronacrisis, een bedrag van € 100.000 opzij gezet om een groter beroep op alternatieve huisvesting voor cliënten bij de Vrouwenopvang op te kunnen vangen. Hierop is echter in geringe mate een beroep gedaan. 3) Er is een voordeel op de lasten omdat er nog middelen op de stelpost Vrouwenopvang resteren. 4) Voor 2020 was een bedrag ad € 122.500 begroot voor activiteiten van het regionaal actieplan 2019 – 2021 ‘Geweld Hoort Nergens Thuis’. Hiervan resteert € 55.000. Deze post ad € 55.000 maakt onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020 – 2021 (via reserve centrumtaken).

L

I

Werk, inkomen, armoede-beleid & emancipatie

€ 274

V

BUIG Pwet uitkeringen (SD)
Op de Participatiewet uitkeringen is een voordeel van € 274.000 gerealiseerd. Door de coronacrisis nam het aantal bijstandsuitkeringen in de periode maart t/m juni sterk toe en is de begroting in de Perspectiefnota opgehoogd op basis van een stijging van 3% van het aantal bijstandsuitkeringen. Echter in de zomer nam het aantal uitkeringen af en in de herfst/winter volgde een kleine stijging, waardoor aan het eind van het jaar het aantal bijstandsuitkeringen circa 100 lager lag dan verwacht. Het lager aantal uitkeringen werkt ook door in de volgende jaren, waardoor uitgaven aan uitkeringen lager zullen gaan uitvallen.

L

S

€ 100

V

Persoonlijk minimabudget (SD)
Het aantal verstrekkingen individuele inkomenstoeslag is met 2% toegenomen in 2020 ten opzichte van 2019 en bedraagt circa 3.000. Echter in de aannames bij de nota minimabeleid werd uitgegaan van een hoger aantal verstrekkingen. Dit resulteert dat de kosten voor individuele inkomenstoeslag € 100.000 lager zijn uitgevallen dan begroot. De onderbesteding wordt ook voor 2021 verwacht. Vanaf 2022 is de onderbesteding onzeker. Mogelijk wordt een toename verwacht op het aantal bijstand gerechtigden die recht hebben op een individuele inkomenstoeslag als gevolg van corona.

L

I

€ 100

V

Re-integratie regiodeal
In het kader van de Regiodeal is vanuit het budget voor re-integratie trajecten een totaalbedrag van € 100.000 (voor 2 jaar) bestempeld als cofinanciering voor de Regiodeal. Hiervoor hebben nog geen uitgaven plaatsgevonden. Het budget wordt overgeheveld naar 2021. Deze post maakt onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020-2021 (via de algemene reserve).

L

I

€ 2.224
€ 532

V
V

Uitkeringen TOZO (SD)
Aan de batenkant van de TOZO-uitkeringen is totaal een voordeel van € 2,2 miljoen. Dit komt doordat de Rijksbijdrage voor TOZO € 1.050.000 hoger is dan de laatste raming/beschikking bij de 2e tussenrapportage. Dit bedrag is meegenomen in de overheveling naar 2021. Daarnaast is er € 141.000 aan inkomsten ontvangen van de gemeente Brielle als bijdrage voor de uitvoeringskosten TOZO. Voor de terugvorderingen in het kader van de TOZO is een bedrag geboekt van € 1.031.502.
Aan de lastenkant is enerzijds een nadeel van € 775.000 vanwege betaling aan uitvoeringskosten TOZO. Dit betreft zowel de gemeente Nissewaard als de gemeente Brielle. Hiervan heeft dus € 141.000 betrekking op de gemeente Brielle. Verder is er een voordeel op de lastenkant van circa € 1.307.000 doordat de uitgaven aan TOZO-uitkeringen lager zijn dan de raming bij de 2e tussenrapportage. Dit voordeel wordt ook meegenomen in de overheveling naar 2021 aangezien de TOZO doorloopt in 2021.

B
L

I
I

€ 420

N

Dotatie voorziening (SD)
Aan de voorziening dubieuze debiteuren moet een bedrag van € 420.000 worden toegevoegd. Dit komt vooral doordat er nieuwe openstaande TOZO-vorderingen zijn van ruim € 1 miljoen die voor 32% als dubieus worden beschouwd (totale toevoeging op basis van TOZO € 326.000). Daarnaast staat van het resterend openstaand debiteurensaldo nog relatief veel vorderingen open van 15 jaar of ouder. Deze worden als zeer dubieus gezien en hebben een hoog dubieus percentage van 85 tot 100%.

L

I

€ 48

N

Beschut werken (SD)
Het aantal personen dat valt onder beschut werken is in 2020 sterker gestegen dan verwacht. Aan het eind van 2020 waren er 27 personen met beschut werken en dit resulteert in een nadeel van € 48.000 op de loonkostensubsidies van beschut werken. Voor 2021 ligt de taakstelling op 53 en zullen de kosten voor beschut werken verder gaan toenemen.

L

S

€ 125

V

Anderstaligen (SD)
Op de middelen voor het project Anderstaligen is een onderbesteding van € 125.000. Hier zijn voor drie jaar middelen ter beschikking gesteld voor pilots, activiteiten en implementatie van beleid op anderstaligen. In 2021 zal hier een vervolg aan worden gegeven, waarna dit vanaf 2022 zal gaan vallen onder de Wet Inburgering. De middelen zijn overgeheveld naar 2021.

L

I

€ 169

V

Wet Inburgering (SD)
Dit betreft de voorbereidingskosten voor de nieuwe Wet Inburgering. In het nieuwe inburgeringsstelsel krijgt de gemeente regie over de uitvoering van inburgering. De voorbereiding voor de implementatie van de nieuwe Wet Inburgering zal in 2021 starten. De middelen zijn overgeheveld naar 2021.

L

I

€ 170

V

ESF Subsidie (SD)

Op het ESF-budget is een voordeel van € 170.000. Dit wordt veroorzaakt door minder inhuur dan geraamd. Het overschot op dit budget is meegenomen in de overheveling naar 2021, zodat voor dit bedrag nog in 2021 kan worden ingehuurd voor re-integratietaken. In 2021 worden geen nieuwe ontvangsten verwacht voor ESF-subsidie. Mogelijk dat vanaf 2022 een derde tranche volgt.

L

I

€ 53

V

Kwijtsch milieuheffing T-huidig

Het kwijtscheldingsbedrag voor 2020 is lager dan begroot. Dit komt mede door de nog lopende her- en nieuwbouwwerkzaamheden aan de voorraad sociale huurwoningen. Daarnaast was het aantal bijstandsuitkeringen begin 2020 lager dan voorgaande jaren.

L

I

Volks-gezondheid

€ 111

V

Gezond in de stad (SD)
Nissewaard is GIDS-gemeente. Vanuit het Rijk ontvangt Nissewaard middelen die naar eigen inzicht in kunnen worden gezet om gezondheidsachterstanden te bestrijden en te voorkomen. In voorgaande jaren zijn initiatieven uitgekozen om financieel te ondersteunen. De activiteiten om uitvoering te geven aan deze initiatieven zijn veelal gestart, maar lopen door in 2021 en verder. Voorbeelden hiervan zijn: aangepast sporten, de realisatie van het boekje HIER en het 50 dingen boekje, bewegen voor bewoners, natuur ouders, groene schoolpleinen en rookvrije omgeving. De GIDS-middelen zijn overgeheveld naar 2021. Deze post maakt onderdeel uit van het overhevelingsbesluit 2020-2021 (via de reserve sociaal domein).

L

I

Taakveld

Bedrag verschil (€)

Voordelig of nadelig (V/N)

Toelichting

Baten of Lasten (B/L)

Incidenteel of structureel (I/S)

Onderwijs

29

V

Sportlocaties PO
De doorbelasting van het gebruik van de sportlocaties voor het primair onderwijs is in 2019 lager geweest dan geraamd.

L

I

90
90

N
V

Convenant VSV
Vanuit het Rijk worden via Rotterdam middelen ontvangen t.b.v. dit onderdeel. Deze middelen worden ingezet voor RMC-subregio ZHE en dienen achteraf verantwoord te worden. Het restantbedrag is overgeheveld naar 2020 en hierover zal in 2020 nadere advisering volgen over de besteding  hiervan in samenspraak met de overige gemeenten op Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee.

B
L

I
I

152
95

N
V

Kwalifcatieplicht
Het betreft een Rijksuitkering die gemeente Nissewaard via gemeente Rotterdam voor de regio ZHE ontvangt. Het voordeel op deze doeluitkering wordt voorgesteld om over te hevelen naar 2020.

B
L

I
I

957
957

N
V

O.A.B.
Het betreft een geoormerkt budget welke enkel aan onderwijsachterstanden besteed kan worden. Einde looptijd wordt dit budget afgerekend met het Rijk. Jaarlijkse voordelen worden automatisch overgeheveld naar het volgende jaar.

B
L

I
I

589

V

Peuterspeelzaalwerk
Het budget peuterspeelzaalwerk kent een incidenteel voordeel op de lasten van € 589.000. De middelen voor  onderwijsachterstandenbeleid (OAB) zijn in 2019 op een nieuwe manier over de gemeenten verdeeld. Door deze herverdeling ontvangt de gemeente Nissewaard meer middelen voor OAB. In combinatie met een integralere beleidsmatige benadering wordt er financieel ook meer integraal naar de budgetten gekeken. Onderdelen die in 2018 vanuit het budget peuterspeelzaalwerk zijn gedekt, zijn in 2019 vanuit het budget OAB gedekt. In 2020 zal financieel gezien nog integraler naar de budgetten gekeken worden. Naar verwachting wordt het budget peuterspeelzaalwerk in 2020 wel volledig benut.

L

I

Thuis in de Wijk

708
88

V
V

Toekomstbestendig sociaal domein (SD)
Het voordeel op het budget toekomstbestendig sociaal domein is incidenteel. Het betreft het voormalig projectbudget Thuis in de Wijk. De niet bestede middelen in 2018 zijn volledig overgeheveld naar 2019. Hierdoor is in 2019 een budget geraamd van € 1,9 miljoen. Er is in 2019 een bedrag ad € 1,2 besteed aan diverse projecten met betrekking tot toekomst bestendig sociaal domein. Het voordeel op de baten heeft betrekking op een terugvordering van een subsidie. De niet bestede middelen zijn, via de reserve sociaal domein, overgeheveld naar 2020.

L
B

I
I

198

V

Ontwikkelbudget sociaal domein (SD)
Het voordeel op het ontwikkelbudget sociaal domein is incidenteel. Vanuit de niet bestede middelen in 2018 is een budget ad € 300.000 overgeheveld naar 2019. In 2019 zijn nog niet alle ‘ontwikkel’ projecten volledig uitgevoerd. De niet bestede middelen in 2019 zijn overgeheveld naar 2020.

L

I

994

N

Storting in de reserve SD
Het voordelig saldo op de budgetten van het sociaal domein binnen het thema Thuis in de Wijk wordt, volgens vastgesteld beleid, gestort in de reserve Sociaal Domein.

R

I

Maatwerk Jeugd

622
120

N
N

GR JR (SD)
Bij de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GR JR) is er per saldo een incidenteel nadeel op de lasten ad € 622.000. Dit nadeel bestaat uit de volgende onderdelen:
- Vooralsnog wordt uitgegaan van een totaal tekort op GR JR-niveau over 2019 van € 11 miljoen (concept jaarrekening GR JR 2019). Voor de gemeente Nissewaard leidt dit tot een totale extra bijdrage van € 857.785. Aangezien reeds een gedeelte in de begroting was opgenomen, bedraagt het nadeel op dit budget in de jaarrekening 2019 € 734.000.  
- De betaling van de doorschuif BTW GR JR 2019 geeft een nadeel van € 59.349. Hierbij gaat het om de niet declarabele BTW GR JR 2019. Deze doorschuif was niet begroot.                                   - Er is een voordeel bij de GR JR omdat de geplande uitgaven voor regionale transformatie ad € 171.000 nog niet hebben plaatsgevonden (wel begroot). Nissewaard heeft deze middelen ook niet ontvangen in 2019, dat wordt 2020.
Bij de GR JR is er per saldo een incidenteel nadeel op de baten van € 120.000. Dit nadeel bestaat uit:                                                                  - Een nadeel van € 171.000 omdat de regionale transformatiemiddelen wel begroot zijn voor 2019 maar niet in dat jaar zijn ontvangen. Deze gelden worden in 2020 ontvangen (zie ook het voordeel van 171.000 bij de lasten).                      - Er is een voordeel van € 51.000 als gevolg van nog te ontvangen creditnota’s Jeugd.

L
B

I
I

82

V

PGB Jeugdwet (SD)
Het budget PGB Jeugdwet kent een structureel voordeel op de lasten van € 82.000. In de eerste tussenrapportage 2019 is de begroting voor PGB Jeugdwet, o.b.v. de prognose van de Sociale Verzekerings Bank (SVB) voor 2018, aangepast. Het uitnuttingspercentage van de PGB’s over geheel 2019 is echter lager.

L

S

174

N

Jeugd met een Beperking (SD)
Het budget Jeugd met Beperking kent een incidenteel nadeel op de lasten van € 174.000. Dit budget bestaat uit diverse onderdelen, het nadeel is gelegen in:

  • Een aanvullende subsidieverlening aan Stichting Horizon voor Behandeling en Onderwijs eind 2019 die niet in de begroting was opgenomen.
  • Er is een overschrijding op de lokaal ingekochte jeugdproducten omdat cliënten langer in een zorgtraject zitten. Deze trend is ook zichtbaar in de specialistische jeugdhulp.
  • Er is een overschrijding op lokaal maatwerk. Gezien de aard van deze zorg is dit product lastig te prognosticeren.

L

I

59
101

V
V

JOT-bemensing (SD)
Het budget JOT-bemensing (jeugdondersteuningsteams) kent een incidenteel voordeel op de lasten van € 59.000. Dit voordeel is ontstaan doordat een aanbieder niet voldoende inzet in het JOT kon leveren.
Het budget JOT-bemensing kent een incidenteel voordeel op de baten van € 101.000. Dit voordeel is ontstaan doordat subsidies voor JOT-bemensing voor 2018 lager zijn vastgesteld dan oorspronkelijk verleend.

L
B

I
I

674

V

Onttrekking aan de reserve SD
Het nadelig saldo op de budgetten van het sociaal domein binnen het thema maatwerk Jeugd wordt, volgens vastgesteld beleid, onttrokken aan de reserve Sociaal Domein.

R

I

Maatwerk volwassenen

442

N

Groepsbegeleiding (SD)
Ten opzichte van de prognose in de 2e tussenrapportage is sprake geweest van een toename in het aantal cliënten en aantal gedeclareerde dagdelen. Eind augustus 2019 was sprake van gemiddeld 307 cliënten met een indicatie voor dagbesteding (in de afgelopen 3 maanden). Eind 2019 zijn dit er gemiddeld 316 geweest. Dit is een toename van gemiddeld 3%. Ook het aantal gedeclareerde dagdelen is toegenomen t.o.v. de eerdere prognose, namelijk een stijging van gemiddeld 7%.

L

S

189

N

Individuele Begeleiding (SD)
Ten opzichte van de prognose in de 2e tussenrapportage is sprake geweest van een toename in het aantal cliënten en aantal gedeclareerde uren. De stijging is met name te zien in het aantal cliënten met een indicatie voor individuele begeleiding specialistisch. Eind augustus 2019 was dit gemiddeld 236 t.o.v. gemiddeld 245 aan het einde van 2019. Dit is een toename van gemiddeld 4%. Ook het aantal gedeclareerde eenheden is met 4% toegenomen t.o.v. de prognose bij de  2e tussenrapportage.

L

S

556

N

Huishoudelijk Hulp (SD)
Vanwege de reële kostprijsberekening is het budget voor Huishoudelijke Hulp in 2019 verhoogd. Daarnaast is het budget voor 2019 verhoogd vanwege de verwachte aanzuigende werking als gevolg van het maximale tarief per voorziening (eigen bijdrage). De verhoging van het budget was gebaseerd op een toename van ongeveer 5%. Op basis van de gegevens tijdens de 2e tussenrapportage was nog niet voldoende informatie aanwezig om een juiste prognose te kunnen maken van de toename. Eind 2019 is te zien dat er een toename is in het aantal cliënten van gemiddeld 24% t.o.v. 2018. De stijging in het aantal gedeclareerde uren voor Huishoudelijk Hulp ligt daarentegen wel lager, namelijk gemiddeld 13% t.o.v. 2018.

L

S

92

N

Aanpassingen aan huis (SD)
Er is een zichtbare stijging in het aantal klanten met een indicatie voor een woonvoorziening. In 2019 bedroeg de stijging 14%. Verwachting is dat ouderen langer thuis blijven wonen en dat in de komende jaren een hoog beroep op dit budget gedaan blijft worden.

L

S

99

N

Hulpmiddelen (SD)
Het budget voor 2019 is verhoogd met ongeveer 5% vanwege de verwachte  aanzuigende werking als gevolg van het maximale tarief per voorziening (de eigen bijdrage). In de 2e tussenrapportage is de begroting bijgesteld omdat een zichtbare toename was in het aantal cliënten met een indicatie voor een rolstoelvoorziening of vervoersvoorziening (scootmobielen). Eind augustus is sprake geweest van gemiddeld 528 cliënten met een rolstoelvoorziening en gemiddeld 923 cliënten met een vervoersvoorziening. Deze toename heeft zich voorgezet in het 4e kwartaal. Eind 2019 zijn er gemiddeld 593 cliënten met een rolstoelvoorziening en gemiddeld 1.031 cliënten met een vervoersvoorziening. Een toename van gemiddeld 12% t.o.v. de prognose bij de 2e tussenrapportage.

L

S

54

V

PGB Huishoudelijk Hulp (SD)
Op basis van de budgetoverzichten van de SVB is de budget voor PGB huishoudelijke hulp bijgesteld. Hierbij werd uitgegaan van een uitnuttingspercentage van 90%. Het voordeel dat is ontstaan in de jaarrekening wordt verklaard doordat het uitputtingspercentage lager is dan eerder ingeschat. De prognose voor 2019 is een uitnuttingspercentage van 85%.

L

S

263

V

PGB Begeleiding (SD)
Het budget PGB begeleiding kent een structureel voordeel op de lasten van € 263.000. Het voordeel is grotendeels ontstaan doordat in de tweede tussenrapportage bij de prognose niet met het juiste aantal PGB’s begeleiding is gerekend. In deze rapportage is een onjuiste onderverdeling van het aantal cliënten gemaakt tussen PGB begeleiding en PGB beschermd wonen. In de jaarrekening is hierdoor een voordelig saldo ontstaan bij PGB begeleiding en een nadeel bij PGB beschermd wonen.

L

S

144

N

PGB Beschermd Wonen (SD CT)
Het budget PGB beschermd wonen kent een structureel nadeel op de lasten van € 144.000. Het nadeel is grotendeels ontstaan doordat in de tweede tussenrapportage 2019 bij de prognose niet met het juiste aantal PGB’s beschermd wonen is gerekend. In deze rapportage is een onjuiste onderverdeling van het aantal cliënten gemaakt tussen PGB begeleiding en PGB beschermd wonen. In de jaarrekening 2019 is hierdoor een nadelig saldo ontstaan bij PGB beschermd wonen en een voordeel bij PGB begeleiding.   

L

S

118

V

Huiselijk geweld (SD CT)
Het budget huiselijk geweld kent een incidenteel voordeel op de baten van € 118.000. Dit betreft de door de gemeenten Vlaardingen en Rotterdam betaalde bijdragen voor de regionaal projectleider ‘Geweld hoort nergens thuis’. Deze bijdragen waren niet begroot.

B

I

909
371

V
V

Beschermd wonen (SD CT)
Het budget beschermd wonen kent een incidenteel voordeel op de lasten van € 909.000. Dit voordeel bestaat uit de bij de septembercirculaire extra verkregen middelen voor beschermd wonen van circa 361.000 voor 2019. Deze middelen zijn nog niet besteed. Daarnaast is circa € 548.000 vooralsnog niet besteed.
Het budget beschermd wonen kent een incidenteel voordeel op de baten van € 371.000. Dit voordeel is ontstaan doordat subsidies voor beschermd wonen voor 2018 lager zijn vastgesteld dan oorspronkelijk verleend.

L
B

I
I

269

V

Eigen bijdrage beschermd wonen (SD CT )
Het budget ‘eigen bijdrage beschermd wonen’ kent een incidenteel voordeel op de baten van € 269.000. Dit voordeel is ontstaan doordat het CAK correcties op de eigen bijdragen voor beschermd wonen heeft uitgevoerd waardoor de prognose niet meer klopte.

B

I

204

N

Vrouwenopvang (SD  CT)
Het budget vrouwenopvang kent een incidenteel nadeel op de lasten van € 204.000. Dit nadeel wordt grotendeels verklaard door:
- Een achterstallige betaling aan Veilig Thuis RR over 2017 van € 110.000.
- Een aanvullende subsidieverlening 2019 aan Enver van € 68.000.

L

I

1.205

V

Onttrekking aan de reserve SD
Het nadelig saldo op de budgetten van het sociaal domein binnen het thema maatwerk Volwassenen wordt, volgens vastgesteld beleid, onttrokken aan de reserve Sociaal Domein.

R

I

1.436

N

Storting in de reserve SD CT
Het voordelig saldo op de budgetten van het sociaal domein centrumtaken (SD CT) binnen het thema maatwerk volwassenen wordt, volgens vastgesteld beleid, gestort in de reserve Sociaal Domein centrumtaken.

R

I

Werk & inkomen

647

V

Koersdocument VPW (SD)
In 2019 is extra geld beschikbaar gesteld voor maatregelen om het aantal bijstandsuitkeringen te laten dalen. Deze maatregelen staan beschreven in het koersdocument VPW. Van de beschikbare € 1.003.000 is € 646.000 niet uitgegeven. Hiervan is € 400.000 overgeheveld naar 2020. De lagere uitgaven komen vooral doordat besluitvorming over het koersdocument VPW maanden later dan verwacht heeft plaatsgevonden, waardoor ook de implementatie van de maatregelen later is gestart. Inmiddels is de implementatie vol aan de gang en daalt het aantal bijstandsuitkeringen sneller dan begroot.

L

I

388
140

V
N

BV Voorne Putten Werkt (SD)
Het voordeel op de lasten bestaat uit een saldo van 288.000 (ruimte voor afrekening 2019 met de BV VPW) en een saldo van 100.000 (doorbelasting personeel). In het budget is rekening gehouden met het verwachte tekort van 288.000 dat Nissewaard moet bijdragen aan het resultaat van de BV VPW. Het werkelijk resultaat van de BV VPW 2019 is nog niet bekend.
De salarislasten van de werkzaamheden met betrekking tot de BV VPW worden gefactureerd aan de BV VPW. Vanwege vacatureruimte is 140.000 minder gefactureerd dan begroot. Dit verklaart het nadeel op de baten. Tegenover dit nadeel staat een voordeel ad 100.000 op de lasten  

L
B

I
I

114

N

BUIG Pwet uitkeringen (SD)
Op de Pwet uitkeringen is een overschrijding van € 114.000. Bij de 2e tussenrapportage was reeds een nadeel van € 145.000 gemeld. Het nadeel bij de 2e turap had verband met een langzamere daling van het aantal uitkeringen in het eerste half jaar. Inmiddels is het aantal uitkeringen sterk gedaald en valt binnen het begrote aantal. Het huidige nadeel van € 114.000 wordt veroorzaakt doordat de gemiddelde prijs van de uitkering ongeveer € 50 hoger is dan waarmee is gerekend bij de begroting. De verwachting is dat de gemiddelde prijs van de uitkering in 2020 op dit niveau blijft en derhalve een structureel effect heeft.

L

S

171

V

Vangnetuitkering (SD)
De gemeente Nissewaard heeft op basis van de tekorten in 2018 op het budget van de participatiewet, recht op een vangnetuitkering van 171.000.

B

I

111
37

N
V

Uitkeringen BBZ (SD)
Op de lasten van de BBZ is een overschrijding van € 111.000. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door hogere uitgaven aan BBZ uitkeringen (€ 63.000). Het aantal BBZ uitkeringen viel dit jaar met een gemiddelde van rond de 10 iets hoger uit. Anderzijds is er een nadeel van € 48.000 op de uitvoeringskosten BBZ. Doordat er meer personen waren met een BBZ aanvraag en/of advies moet er meer betaald worden aan uitvoeringskosten, want dit is namelijk gebaseerd op het werkelijk aantal uren dat gemaakt wordt voor BBZ cliënten uit Nissewaard.

Op de baten van de BBZ is een voordeel van € 37.000. Door de hogere uitgaven aan BBZ uitkeringen nemen de Rijksinkomsten ook toe (€ 70.000 hoger), doordat er sprake is van een 75% declaratieregeling. Oftewel 75% van de uitgaven aan uitkeringen wordt vergoed door het Rijk. Vanaf 2020 vervalt wel deze systematiek. Op de terugvorderingen is er een nadeel van € 33.000 door minder nieuwe ontstane vorderingen aan BBZ dan begroot.

L
B

I
I

178

V

Pwet terugontvangsten (SD)
Het aantal nieuwe vorderingen dat is ontstaan bedroeg € 178.000 hoger dan begroot. Dit komt vooral door een meer intensievere opsporing van fraude, waardoor een aantal grote terugvorderingen zijn ontstaan.

B

I

407

N

Dotatie voorziening (SD)
Aan de voorziening dubieuze debiteuren moet een bedrag van € 407.000 worden toegevoegd. Dit heeft meerdere oorzaken. Enerzijds is er gedurende 2019 meer dan de jaren ervoor vorderingen buiten invordering gesteld, waardoor de voorziening sterk afnam in 2019 omdat buiten invordering stellingen ten laste komen van de voorziening. Daarnaast staat van het openstaand debiteurensaldo nog relatief veel vorderingen open van 15 jaar of ouder. Deze worden als zeer dubieus gezien en hebben een hoog dubieus percentage van 85 tot 100%. Ten slotte zijn in 2019 meer vorderingen ontstaan waar nog weinig op is afgelost, waardoor het dubieus percentage van nieuwe vorderingen ook hoger is dan in voorgaande jaren.

L

I

66
65

V
V

Bijzondere bijstand (SD)
De lasten aan bijzondere bijstand zijn in 2019 fors lager uitgevallen. In de 2e tussenrapportage is reeds een voordeel gemeld van € 125.000 en bij de jaarrekening is nog een extra voordeel van € 66.000. Het grote voordeel komt vooral door minder uitgaven aan leningen voor huisraad. Dit heeft weer verband met de lagere taakstelling en het daarbij behorende lager aantal plaatsingen van statushouders.

Op de baten (terugvorderingen bijzondere bijstand) is een voordeel van € 65.000. In de 2e tussenrapportage was de begroting met € 175.000 verlaagd met de verwachting dat er minder vorderingen zouden ontstaan door minder leningen voor huisraad. Echter deze verlaging was te hoog ingeschat. Ten opzichte van 2018 zijn de nieuwe ontstane vorderingen wel met € 113.000 gedaald.

L
B

I
I

185

N

Voormalige Welplaat(SD)
Dit nadeel heeft betrekking op de afwikkeling van de gemaakte afspraken met betrekking tot de opheffing van de Welplaat. De afwikkeling van de panden, lening en de reserve zorgen per saldo voor een nadelig saldo in 2019 van 185.000 in programma 5.

B

I

594

N

Storting in de reserve SD
Het voordelig saldo op de budgetten van het sociaal domein binnen het thema werk en inkomen wordt, volgens vastgesteld beleid, gestort in de reserve Sociaal Domein.

Volks-gezondheid

156
40

V
V

Gezond in de stad
Nissewaard is GIDS-gemeente. Vanuit het Rijk ontvangt Nissewaard middelen die naar eigen inzicht in kunnen worden gezet om gezondheidsachterstanden te bestrijden en te voorkomen. In voorgaande jaren zijn initiatieven uitgekozen om financieel te ondersteunen. De activiteiten om uitvoering te geven aan deze initiatieven zijn veelal gestart, maar lopen door in 2020 en verder. De GIDS-middelen zijn overgeheveld naar 2020.

L
B

I
I

Deze pagina is gebouwd op 08/02/2021 14:07:28 met de export van 08/02/2021 13:40:54