Jaarstukken 2020

Overzichten

Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds

Wat heeft het thema gekost?

Toelichting noemenswaardige afwijkingen

Gemeentefonds
In 2020 zijn in mei, september en december circulaires door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gepubliceerd met daarin de meest recente ontwikkelingen van het gemeentefonds. Het college en de raad zijn hierover separaat geadviseerd. In de advisering zijn eveneens de steunpakketten in verband met de Coronacrisis meegenomen. Vanwege deze crisis zijn de accressen in 2020 en 2021 vastgezet en zijn er op dat vlak geen verrassingen geweest.

Compensatie Coronacrisis
Na de zogenaamde junibrief waarin € 2.200.000 steun werd toegekend en de septembercirculaire 2020 (€ 3,9 miljoen in 2020 en in 2021 € 800.000) is er in de decembercirculaire 2020 een 3de steunpakket in verband met de Coronacrisis toegekend te weten € 525.000 in 2020 en € 2.061.000 in 2021.

Na 31 december 2020 kunnen geen begrotingswijzigingen meer verwerkt worden voor dat jaar. Dit houdt in dat de mutaties n.a.v. de decembercirculaire 2020 met daarin opgenomen het 3 de steunpakket in verband met de Coronacrisis niet meer in de begroting 2020 verwerkt kunnen worden. Vandaar dat de onderstaande analyse is gebaseerd op de stand van de septembercirculaire 2020.

"-" = nadeel

2020

Realisatie (ontvangsten)

174.999.000

Begroting septembercirculaire 2020

175.216.000

Resultaat

-217.000

Analyse:

Ontvangsten voorgaande boekjaren

197.000

Begrotingsverschil

-101.000

Beschermd wonen

54.000

Vrouwenopvang en Mo/Oggz

92.000

Suppletie IU Sociaal Domein

-34.000

Maatstaven (P en Q)

-398.000

OZB waarden

-27.000

Totaal

-217.000

 
Toelichting
Ontvangsten voorgaande boekjaren
De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt 2 - 3 jaar na het uitkeringsjaar per beschikking vastgesteld door het ministerie van BZK. Tot die tijd vinden er nog correcties plaats. In 2020 heeft Nissewaard € 197.000 ontvangen die betrekking had op 2017 - 2019.

Begrotingsverschil
Bij het opstellen van de analyse van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds is een verschil geconstateerd tussen de begrote stand in het softwarepakket FrontinPauw waarin de algemene uitkering beheerd wordt en de begrote stand in het financieel pakket Coda van € 101.000. Omdat het na afsluiting van het boekjaar niet meer mogelijk is om de begrote stand aan te passen leidt dit tot een analyseverschil.

Beschermd wonen, Vrouwenopvang en Mo/Oggz
De IU Beschermd wonen € 54.000, de DU Vrouwenopvang € 90.000 en de DU Mo/Oggz € 1.400 zijn iets hoger uitgevallen ten opzichte van de septembercirculaire 2020.

Suppletie IU Sociaal domein
Deze tijdelijke, negatieve correctie op de decentralisaties is bijna € 34.000 negatiever uitgevallen dan was voorzien.

Maatstafverschillen (Q en P)
Dit betreft een saldo van verschillen in hoeveelheid en waarde van diverse maatstaven. De belangrijkste hiervan zijn.

Bijstandontvangers

-75.000

Inwoners

-198.000

Lage inkomens

146.000

Leerlingen VO

-114.000

Omgevingsadressendichtheid

-169.000

Woonruimten

-92.000

Woonruimten / bodemfactor

-101.000

Re-integratie klassiek

154.000

OZB waarden
De negatieve correctie van -€ 27.000 op de inkomsten uit het gemeentefonds is iets hoger door hogere OZB waarden.

Vooruitblik ontwikkelingen gemeentefonds

Onderzoek structurele kosten jeugdzorg

Het kabinet heeft met de VNG een onderzoek laten uitvoeren naar of, en zo ja in welke mate, gemeenten structureel extra middelen nodig hebben voor de uitvoering van de Jeugdwet vanaf 2022. Het onderzoek uitgevoerd door Andersson Elffers Felix (AEF) is afgerond en er blijkt in 2019 € 1,7 miljard meer te zijn besteed aan jeugdzorg dat dat er aan middelen is ontvangen. De VNG heeft dit opgepikt en zal eind februari 2021 de contouren van mogelijke scenario’s van middelen en maatregelen met het rijk bespreken. Ook wordt eind februari met een brede delegatie van het kabinet gesproken over de financiële situatie van gemeenten, mede vanwege het enorme tekort wat in het onderzoek is geconstateerd. Het gesprek over een structureel budget zal tijdig worden afgerond, zodanig dat dit een zwaarwegende inbreng is voor de kabinetsformatie.

Evaluatie normeringssystematiek

Deze methodiek staat beter bekend als ‘samen de trap op, samen de trap af’. Het evaluatierapport hierover dat is opgesteld door een ambtelijke werkgroep, is in november 2020 naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. De voorstellen in het rapport hebben betrekking op de stabiliteit van de normeringssystematiek en accresontwikkeling. Naast de huidige systematiek zijn er alternatieven uitgewerkt. Deze zijn:

  • Herinvoering van de behoedzaamheidsreserve;
  • Bevriezen of vertragen van het accres;
  • Vaste volumeafspraak bij het regeerakkoord.

In de werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de VNG, het IPO, het ministerie van BZK en het ministerie van Financiën, bestaat geen eenduidige voorkeur voor één van de varianten. De fondsbeheerders zullen met de VNG en het IPO ten behoeve van de opstelling van de Perspectiefnota 2022 het accres van de verschillende varianten in beeld brengen. De ROB zal eveneens om advies worden gevraagd.

Herijking verdeling gemeentefonds

Conform de Financiële-verhoudingswet dient de verdeling van het gemeentefonds aan te sluiten op objectiveerbare kosten van gemeenten. Dit maakt een periodieke herijking van het fonds noodzakelijk. In 2019 is begonnen met het onderzoek  dat is gericht op de ontwikkeling van voorstellen voor een nieuwe verdeling van het gemeentefonds met ingang van 2022. Het Rijk en de VNG hebben afspraken gemaakt die betrekking hebben op de wijze van beoordeling van de nieuwe verdeling, het ingroeipad en de wijze waarop rekening wordt gehouden met de eigen inkomsten van gemeenten.
De fondsbeheerders hebben echter besloten de invoering van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds over te laten aan het volgende kabinet. De redenen hiervoor zijn de huidige financiële positie van gemeenten en de tekorten bij de jeugdzorg. De nieuwe verdeling staat nu gepland voor 01-01-2023. Na balansdatum (februari 2021) zijn de herverdeeleffecten per gemeente en het flankerend beleid gepubliceerd. Bij de Raad van Openbaar Bestuur is een adviesaanvraag gedaan. De planning op het moment van schrijven is:
Maart 2021:   Ontvangst van het advies van de ROB
Aansluitend:   VNG houdt consultatie onder de leden op basis van actuelere stand 2019 in plaats van 2017.
Definitief besluit dat al dan niet is aangepast door adviezen van de ROB en de VNG, is aan het volgende kabinet.

De herverdeeleffecten

Bij de voorgestelde herverdeling van het gemeentefonds verschuift ruim € 300 miljoen. Het leidt voor 159 gemeenten tot minder middelen en voor 196 gemeenten tot meer middelen. Uitgedrukt in procent van de gemeentefondsuitkering heeft Laren het grootste nadeel (-10,7%) en Rozendaal het grootste voordeel (+21,3%).
Zoals hiervoor gesteld, bij de herverdeling wordt ruim € 300 miljoen verschoven, de nadeelgemeenten hebben samen ruim € 300 miljoen nadeel en de voordeelgemeenten hebben samen ruim € 300 miljoen voordeel. Van het nadeel komt meer dan € 140 miljoen bij de drie grote steden vandaan. Van het voordeel gaat bijna 10% (€ 29 miljoen) naar Eindhoven. Veel andere 100.000+-gemeenten hebben een voordeel van ongeveer € 10 miljoen.

Beschermd wonen
Bij Beschermd wonen zijn er twee bewegingen te onderscheiden.

  1. Een herverdeling van historisch naar objectief verdeelmodel: een historische verdeling is gebaseerd op de werkelijke kosten die in het verleden zijn gemaakt en gaat uit van een gegroeide situatie, een objectieve verdeling analyseert de huidige kosten van gemeenten en baseert de verdeelsleutel op de objectieve factoren die deze kosten verklaren.
  2. Doordecentralisatie: de uitvoering van beschermd wonen en maatschappelijke opvang komt straks te liggen bij alle gemeenten in plaats van de huidige 43 centrumgemeenten, waardoor er geld van centrumgemeenten naar omliggende gemeenten gaat.

Met ingang van 2023 wordt eveneens het woonplaatsbeginsel geïntroduceerd. Ook in de nieuwe situatie zullen cliënten nog wel buiten de eigen gemeente een beroep doen op beschermd wonen. Om die reden heeft het ministerie van VWS een wetsvoorstel in voorbereiding om voor beschermd wonen een woonplaatsbeginsel in te voeren per 1 januari 2023. Het woonplaatsbeginsel zorgt ervoor dat de gemeente van herkomst inhoudelijk en financieel verantwoordelijk blijft indien een cliënt in een andere gemeente beschermd gaat wonen.
De overgangsregeling bij Beschermd wonen neemt 10 jaar in beslag. In de overgangsregeling groeien niet-centrumgemeenten geleidelijk toe naar het budget dat hen op grond van het nieuwe verdeelmodel toekomt. Het budget van de centrumgemeenten wordt geleidelijk afgebouwd. De overgangsregeling zorgt ervoor dat het budget dat centrumgemeenten ontvangen jaarlijks voor een steeds kleiner deel historisch wordt verdeeld. Parallel wordt het aandeel van het budget dat objectief wordt verdeeld steeds groter. Het historische deel heeft betrekking op bestaande cliënten in de centrumgemeente en bijbehorende regiogemeenten, het objectieve deel alleen op de nieuwe cliënten in de centrumgemeente.

Nissewaard

Voor Nissewaard is de huidige stand van de herijking € 85.000 positief, zijnde € 1 per inwoner. Deze € 1 is een saldo van -€ 86 bij het Sociaal domein, een plus van € 161 bij het Klassiek domein en weer -€ 74 bij de eigen inkomsten. Er geldt echter een ingroeipad van € 15 per inwoner per jaar gedurende de periode 2023 – 2026. In deze periode heeft Nissewaard dus te maken met een negatieve suppletie-uitkering van € 85.000. Per saldo tot en met 2026 € 0 financieel effect en daarna een plus van € 85.000.

Beschermd wonen
Los van de herijking van het gemeentefonds staat de invoering van het woonplaatsbeginsel bij Beschermd wonen. Dit zal volgens het ministerie van BZK een plus van € 10 per inwoner geven in Nissewaard. Echter een aparte overgangsregeling van 10 jaar dempt het verschil.

Deze pagina is gebouwd op 08/02/2021 14:07:28 met de export van 08/02/2021 13:40:54